Wat zou het ‘nieuw sociaal contract’ van Pieter Omtzigt voor de filantropie kunnen betekenen? Bij die vraag stond ik in mijn vorige bijdrage aan de Haagse Bode stil. Mijn inschatting was dat zijn gedachtegoed van grote invloed zou kunnen zijn op de wijze waarop de overheid in de komende jaren met de burger en diens organisaties – het middenveld – zou willen omgaan. Opgeschreven in een nieuw regeerakkoord. Zijn kernboodschap (mijn woorden): het is noodzakelijk de onafhankelijkheid van middenveldorganisaties en hun kritische tegenmacht te herstellen, onder meer door overheidssubsidies te vervangen door fiscale ondersteuning met goede controle op het gebruik daarvan. Aanleiding voor de nodige vragen, zeker, maar ook een logica die hout snijdt.
Inmiddels, zoveel (in)formatieweken verder, lijkt de aandacht alweer meer naar Haagse navels te gaan dan naar oplossingen voor de bestuurlijke crisis in politiek Nederland. Zeer de vraag dus of een nieuw sociaal contract nog agendabepalend zal zijn. En daar moeten we, sinds kort, de onzekere politieke toekomst van Omtzigt zelf nog eens bij optellen. Misschien goed om de formatie even te laten voor wat die (niet) is. Zo langzamerhand dringt de vraag zich wel op, of de politiek de eigen bestuurscrisis wel zelf kan oplossen. De vraag stellen is hem beantwoorden.
Verlichting brengen
Kan de filantropie wellicht een bijdrage leveren, in elk geval helpen verlichting te brengen? Meehelpen de Haagse crisis oplosbaar te maken? Deze vraag geldt voor vele maatschappelijke organisaties, die voor publieke belangen staan. Ik denk daaraan vanwege een simpele redenering: hoe meer er op het Haagse bord ligt, hoe moeilijker het wordt.
Wensenlijstjes
Langs welke lijnen kunnen maatschappelijke organisaties de crisis helpen verlichten? Het is, tussen verkiezingen en een nieuw regeerakkoord in, de periode dat honderden belangengroepen – het brede middenveld – met wensenlijstjes over elkaar heen buitelen. Met manifesten, in de wandelgangen, op de sociale media. Dat is democratie in levenden lijve. Vooral doen.
Beter minder dan meer
Maar de vraag die steeds relevanter wordt: wat kun je zelf het beste blijven doen, waar de overheid op eenvoudige wijze bij kan helpen, zonder te grote inspanningen, het liefst met bestaande instrumenten?
Voor politiek en overheid geldt wat mij betreft dat zij, om de bestuurlijke crisis het hoofd te kunnen bieden, beter minder dan meer moeten gaan doen en regelen. Meer aandacht voor een goede uitvoering van bestaande taken moeten hebben dan voor uitbreiding ervan.
En in de komende jaren zou dat ook zo maar kunnen gelden voor allerlei financieringsvragen. Is het niet voor de staatsschuld, dan is (meer) financiële onafhankelijkheid van organisaties t.o.v. de overheid een ander argument. Beter gezamenlijk de overheid te vragen de financiële steun van donateurs in elk geval te blijven stimuleren en zelf in te zetten op fondsenwerving en samenwerking met bedrijven en fondsen. Inderdaad, een ruime giftenaftrek – ook voor bedrijven – als instrument voor verlichting van de bestuurlijke crisis.
Dialoog
Een andere kwestie die een echte strategische inspanning van de sector vraagt, is een dialoog met de politiek over de balans tussen veiligheid en maatschappelijke ruimte. Terecht houdt de politiek zich actief bezig met bestrijding van ondermijnend extremisme. De kwestie is dat de daaruit voortvloeiende regeldrift veel bonafide maatschappelijke energie lijkt te smoren. Veel regels, controle, publicatieplichten en verantwoording dragen niet per definitie bij aan veiligheid, wel aan bestuurlijke ballast. Beter de overheid te vragen om als sector zelf meer aan bestrijding van risico’s en misbruik te mogen doen. De overheid kan helpen en sturen met risico-informatie. Een nieuwe kerstboom optuigen is niet nodig. Een pleidooi voor een betere balans dus.
Zo hebben we het bekende mes dat aan twee kanten snijdt. De Haagse agenda helpen verlichten door de onafhankelijke rol van middenveldorganisaties (of civil society) te koesteren en te versterken. Voor dit deel van het sociaal contract hoeft de sector niet op Den Haag te wachten.
Gosse Bosma, 30 juni 2021
Dit artikel werd eerder gepubliceerd in De Dikke Blauwe.
Nieuwsarchief
S&V in een luchtig jasje
Beste lezer, Op de valreep van het nieuwe jaar steken we onze website en nieuwsbrief de Haagse Bode in een luchtig jasje. Danny de Neef ...
Leermeesters: Als broekie
Ten tijde van het eerste paarse kabinet werkte ik voor een van de dragers van dat kabinet, Ad Melkert. Ik was directeur financiën bij het ...
Verkiezing en oproer in Vorden
Over kandidaten, kerk, kasteelheer en kroegbaas In 1713 en de jaren hiervoor is het hopeloos nat op het land, met slechte oogsten, armoede en ...
Vriendjespolitiek
Het kan zomaar eens voorkomen dat je na het werk met een zakenrelatie op een terras belandt, je bestelt een glaasje bier en daarna misschien ...
Einde van een tijdperk
Alles moet anders – dat is op dit moment het overheersende gevoel zowel in de politiek als in de samenleving. Het neoliberalisme is op zijn ...
Zijn de bomen nog kaal op ’t Voorhout?
'Zijn de bomen nog kaal op 't Voorhout', vraagt Conny Stuart zich een beetje 'vals' af in haar chanson Wat voor weer zou het zijn ...
Daar waar ooit de inlichtingen binnenkwamen
Met de verhuizing (lees: 'Zijn de bomen nog kaal op 't Voorhout') van het Smidswater naar het Lange Voorhout vestigt Schinkelshoek & Verhoog zich in ...
Uit de samenleving: Waar zijn we aan begonnen?
‘En het eind, dat ik wilde ontvluchten, | Is den aanvang gelijk, dien het had: | Onder Hollandsche regenluchten, | In een kleine Hollandsche stad’, ...
Leermeesters: Voor de voet wegwerken
Iedereen moet het vak leren, en dat geldt ook voor politici. De praktijk van alledag is over het algemeen een goede, maar tijdrovende leerschool. Wat ...