Scylla en Charybdis: rechters over het AD en Kasem

Op 26 januari van dit jaar verbood de Amsterdamse voorzieningenrechter het Algemeen Dagblad om te publiceren over een gesprek dat Peter R. de Vries had opgenomen. Het ging om overleg een paar jaar geleden dat hij had met twee advocaten, zijn zoon Royce en zijn kantoorgenoot, de later tv-presentator geworden Khalid Kasem. Peter R. was directeur van hun kantoor.  Een maand later, op 29 februari van dit jaar, floot het Amsterdamse gerechtshof de voorzieningenrechter terug. Daarom weten we nu dat het gesprek ging over Ridouan Taghi, de contacten die Kasem met hem had gehad en het werk dat Kasem op vakantie in Dubai had gedaan voor Rafaele Imperiale, een zakenpartner van Taghi. Iets met een echtscheiding of zo. Vonden de lezers dit  belangrijke informatie? Het is maar te hopen, want het gerechtshof besliste dat het beroepsgeheim van de advocaten, die beraadslaagden over het dossier dat één van hen had behandeld, minder gewichtig was dan de vrijheid van het AD om te publiceren over dit onderwerp van groot maatschappelijk gewicht.

Nadat de voorzieningenrechter het publicatieverbod had uitgesproken was de sfeer in de publiciteit min of meer algemeen één van onbegrip. Dit was het einde van de persvrijheid, het was censuur, dat was de teneur van de commentaren, pikant genoeg natuurlijk afkomstig van journalisten die beren op hun professionele pad ontdekten. Het was ook redelijk vrij schieten op het vonnis, want eigenlijk stond er bijna niets in. De voorzieningenrechter, die publicatie onverantwoord vond, kon immers niet opschrijven wat er precies aan de hand was want dan zou via de omweg van het rechterlijk oordeel op straat komen te liggen wat nu juist, volgens diezelfde rechter, ongenoemd moest blijven.

Het rumoer stak opnieuw, zij het wat minder heftig, op toen het gerechtshof vond dat het AD wel degelijk mocht publiceren, en vooruitlopend op de publicatie in het AD ook kon uitleggen waarom het artikel door de beugel kon. De persvrijheid had alsnog gezegevierd, kon onder meer de hoofdredacteur van het AD triomfantelijk melden. Maar nu kwamen wat advocaten aan het woord die niet onder de indruk waren van wat het AD had onthuld. Het beroepsgeheim had best wat meer bescherming verdiend bij nieuws dat misschien wel sappig was maar niet merkbaar bijdroeg aan het publieke debat, dat was de strekking.

De voornaamste les lijkt mij te zijn dat rechters vaak hoogst ondankbare rotklussen hebben te klaren. Wie vindt dat het beroepsgeheim van een advocaat, dat het mogelijk maakt dat iemand onbekommerd zijn verhaal kan doen en een eerlijk proces kan krijgen, heilig is heeft een solide punt. Wie vindt dat het van groot maatschappelijk belang is dat ook de meest gevoelige onderwerpen onbelemmerd in het openbaar moeten kunnen worden besproken, heeft net zo’n punt. Het is niet zo dat de persvrijheid hoger in rang is dan de persoonlijke levenssfeer of de bescherming van het beroepsgeheim  en  de conclusie dat de persvrijheid het gewonnen heeft is dus incorrect. Het gaat om het tegen elkaar afwegen van belangen van gelijke rangorde. Er zal dan iemand de knoop moeten doorhakken, op basis van zorgvuldig zoeken naar argumenten waarom het ene standpunt net een streepje vóór moet krijgen en het andere uiteindelijk  het loodje legt.

Het is in perszaken waarin niet meteen glashelder is wat de uitkomst moet zijn, en de voorzieningenrechter en het gerechtshof kunnen tot een verschillende uitkomst komen zonder dat één van de twee er evident naast zat. Bij die afweging is het vaak ook nog eens onvermijdelijk dat het persoonlijke inzicht van een rechter doorslaggevend wordt. Hoe gewichtig is dat artikel in het AD, worden er serieuze geheimen onthuld of valt dat wel mee? Ga er maar áán staan en probeer maar eens te vermijden dat iets van een persoonlijke afweging meespeelt. Heel lang geleden wond ik mij op over een rechter die een spotprent met daarop minister Van Agt die geld toegestopt kreeg door werkgeversvoorzitter Van Veen, verbood omdat de humor ontbrak die de cartoon mogelijk wèl toelaatbaar had kunnen maken. Afhankelijk te worden van het gevoel voor humor van een rechter, het leek mij weerzinwekkend. Inmiddels accepteer ik dat een afweging, die op de vierkante millimeter moet worden gemaakt, soms iets persoonlijks heeft. Ik snap alle commentaren, op allebei de beslissingen, en ben blij dat een rechter het aandurft om, varend op een eigen kompas, een oordeel te geven dat per definitie op onbegrip zal stuiten.

Germ Kemper

Nieuwsarchief

AI kan veel, maar is nog verre van mens

18 december 2024|

Mopperend werkte ik me door de Engelse vertaling van een recente schrijfklus heen. Eigennamen verkeerd vertaald, soms schijnbaar dingen niet begrepen, een enkele keer Louis ...

De nieuwe powervrouw van Brussel

18 december 2024|

Ursula von der Leyen, nu voor de tweede maal voorzitter van de Europese Commissie, staat bekend als keiharde tante en wordt door velen beschreven als ...

Het beloofde land bestaat niet

6 november 2024|

Verkrijgbaar bij Bol.com voor een schappelijk bedrag van €13,45: De Russen komen! Schrijver Mark Traa (1968) ontleende de titel van zijn paperback aan die angstkreet ...

Leermeesters: Mens blijven

6 november 2024|

Goede leermeesters geven hun vakmanschap graag door en halen met aandacht, geduld en coaching het beste uit hun leerling. Dit kan impliceren dat iemand ervoor ...