Een vechtkabinet? Een tussendoortje? Een verlegenheidsoplossing? Een kabinet-dat-op-de winkel-past? Of toch een hervormingskabinet?
Hoe het vierde kabinet van premier Mark Rutte de geschiedenis zal ingaan, is bij lange na niet te voorspellen. Maar het kan best een verrassende wending krijgen. Wie terugkijkt op het eerste halfjaar van Rutte IV, kan al wel vaststellen dat het anders verloopt dan bij de start werd aangenomen—minder verfrissend dan beloofd, minstens zo voorspelbaar als gedacht, net zo wendbaar als vermoed, kwieker dan verondersteld en—misschien wel noodgedwongen—pittiger dan voor mogelijk gehouden. Het heeft iets eigenzinnigs, iets vermetels.

Jan Schinkelshoek
Foto: Nils van Houts
Al vanaf de start oogde het kabinet een tikkeltje vermoeid. Dat lag niet alleen aan alle, vele kritische of zelfs zure waarnemers rond het Binnenhof, al een tijdje grotendeels uitgekeken op de premier. Een kabinet dat aantreedt na de langste formatie ooit (299 dagen), staat op voorhand op achterstand. En als het dan ook nog eens een kopie van z’n sleetse voorganger is, een voorganger die er een jaar eerder rammelend voortijdig mee stopte…
Nee, de verwachtingen in ‘Den Haag’ waren aan het begin van het jaar niet hooggespannen. Met veel geldsmijterij hadden de vier partijen achter Rutte IV een ticket voor een vervolgopvoering gekocht—zo ongeveer luidde de wat ruw uitgevallen analyse. Dat kon nooit wat worden. Al helemaal niet als je je realiseert dat de regerende ‘koning’ met twee troonpretendenten de klus moet zien te klaren.
Het viel ook niet mee. Nog maar nauwelijks aangetreden kreeg de regeringscombinatie tegenvaller na tegenvaller om de oren—van spaartaks tot inflatie. Kwesties uit het verleden—toeslagen, Groningen, coronacrisis, stikstof—hebben lange, donkere schaduwen. En tot overmaat van ramp brak er aan de rand van Europa een oorlog uit en zette zich een grote stroom vluchtelingen uit het oosten in beweging.
Vernieuwend was het ook al niet. Ondanks alle plechtige beloften over ‘radicale ideeën’ is er niets terechtgekomen van een nieuwe bestuurscultuur. Misschien iets minder opzichtig dan tot voor kort, wordt de achterkamertjespolitiek nog steeds gefrequenteerd. En de oppositie komt er alleen aan te pas waar het echt niet anders kan.
Voeg er de rommelige, soms ruziënde debatten in de Tweede Kamer aan toe—een oppositie die vooral oppositie voert, een parlement dat in twintig stukken en stukjes is uiteengevallen, een coalitie met een onvermijdelijke profileringsdrift—en alle ingrediënten zijn er om weemoedig het hoofd te schudden over de start van Rutte IV.
Maar dat is te voorbarig.
Rutte’s Vierde vertoont, ondanks alle zwarigheden, geen tekenen van voortijdige metaalmoeheid. Sterker nog: soms lijkt het wel of het bij elke tegenslag, elke crisis en elke nieuwe uitdaging taaier wordt. Ministers, de minister-president voorop, rechten de rug. Alsof ze willen laten dat ze niet te snel moeten worden afgeschreven. Of het nou gaat om klimaat, om stikstof, om woningbouw, om energievoorziening, om defensie, om immigratie en asiel—wie onbevangen kijkt ziet een groep bewindslieden aan de slag die er stevig aan trekt. Het heeft iets pittigs, iets zelfverzekerds, iets verbetens zelfs.
Neem nou hoe premier Rutte de Kamer nauwelijks subtiel maande niet steeds spijkers op laag water te zoeken. Of hoe, weliswaar onder druk van de omstandigheden, Nederland meedoet aan wapenleveranties aan Oekraïne, hoe defensie er miljarden bij krijgt, hoe zonder met de ogen te knipperen kolencentrales worden opgestookt, hoe bijna als vanzelfsprekend aangekoerst wordt op een krimp van Schiphol. Hoe minister Kuipers laconiek voorsorteert op een nieuwe coronagolf. Of hoe minister De Jonge op z’n Hugo’s onverdroten de woningcrisis te lijf gaat. Soms krijgt die kabinetspolitiek iets overmoedigs—zoals bij het stikstofplan.
Rutte IV regeert tegen de klippen op. Alsof het sceptici wil logenstraffen, het zichzelf wil bewijzen en het noodlot wil voorblijven. Het heeft iets adembenemends.
Jan Schinkelshoek, juni 2022
Nieuwsarchief
Frits Huffnagel: ‘Citymarketing is geen sprintje, maar een marathon’
Frits Huffnagel is sinds 2018 als associé verbonden aan Schinkelshoek & Verhoog. Zijn jarenlange ervaring met het opzetten van succesvolle campagnes in grote steden als ...
20 maart: Verkiezingen of referendum ?
Afgelopen week was het RTL-lijsttrekkersdebat als opmaat naar de verkiezingen op 20 maart. Acht landelijke partijleiders mochten gedurende ruim twee uur de kiezer overtuigen van ...
Wie de Klassieken volgt zal leiden
Wie de Klassieken volgt zal leiden VCN-volgteam adviseert ontwikkelteams Curriculum.nu Voor de campagne Klassieken.nu van de Vereniging Classici Nederland (VCN) volgen wij de ontwikkelingen rondom ...
Een onbestemd jaar
Een onbestemd jaar 2019 kan alle kanten op, ook de goede Wat voor jaar wordt het? Het jaar van het versterkte of verzwakte Europa? Het ...
Nederland is een ridder rijker – Jan Schinkelshoek ontvangt koninklijke onderscheiding
Jan Schinkelshoek (65) is woensdagavond benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Schinkelshoek ontving de onderscheiding uit handen van premier Mark Rutte, die als ...
Prinsjesdag 2018: Goed Nieuws Show
Eerste Troonrede & Miljoenennota van Rutte III Prinsjesdag 2018 is een Goed Nieuws Show, gesponsord door de regering. In Troonrede en Miljoenennota put het kabinet-Rutte ...
Overlijden van onze collega Tim van Spanning
Wij zijn diep getroffen door het plotseling overlijden van onze zeer gewaardeerde collega en vriend Tim van Spanning op 12 mei 2018. Als deeltijd medewerker ...
Formeren in de gemeente: wat (niet) te doen
Donderdag 15 maart organiseerde Schinkelshoek & Verhoog een lunchbijeenkomst in perscentrum Nieuwspoort. Associé van Schinkelshoek en Verhoog, Joan Smithuis, gaf een presentatie naar aanleiding van ...
Rutte III in 2018: een blik vooruit
Na de langste formatieperiode ooit presenteerde het nieuwe kabinet eind oktober hun plan voor Nederland, getiteld ‘Vertrouwen in de toekomst’. Vier partijen in één coalitie, ...