Kees van der Staaij: Een scheutje hofnar graag

De hofnar kon in oude tijden dingen doen die anderen niet zomaar konden: op een speelse manier kritiek leveren op de machthebber. Gert Jan Verhoog stelde aan de start van een reeks bijdragen de intrigerende vraag: Waar is de nar voor het Binnenhof?

Je zou kunnen denken dat de rol van de hofnar tegenwoordig niet meer zo relevant is. We hebben nu toch al een eerbiedwaardige traditie van grondwettelijk gewaarborgde vrijheid van meningsuiting? Zelfs majesteitsschennis is tegenwoordig toegestaan! Niemand in ons land hoeft toch in problemen te komen door het bekritiseren van de mensen die de touwtjes in handen hebben?

Toch is dit een te gemakkelijke gedachte. Een mooie Grondwetsbepaling zorgt nog niet automatisch voor de vrijheid om in de praktijk echt kritisch te mogen zijn. Er kunnen allerlei belemmeringen op je pad komen. De geest van de tijd en de waan van de dag bepalen maar al te snel hoeveel ruimte er daadwerkelijk is voor kritische reflectie. Het vergt vaak heel wat moed om tegen de stroom in te gaan.

Neem bijvoorbeeld een onderwerp waar ik eerder als politicus en nu als staatsraad in de Afdeling advisering van de Raad van State vaak mee te maken heb: de uitvoerbaarheid van regelgeving. Op het eerste gezicht lijkt dit geen controversieel onderwerp. Iedereen is het er toch wel over eens dat het belangrijk is dat burgers, ondernemers en overheidsdiensten nieuwe regels goed kunnen uitvoeren en naleven?

De commissie-Bosman heeft een aantal jaren geleden al aangekaart dat er in de praktijk heel veel misgaat. Burgers komen vaak tussen beleid en uitvoering vast te zitten. Deze tijdelijke commissie uitvoeringsorganisaties deed een dringend beroep op de Tweede Kamer, departementen en uitvoeringsorganisaties om actie te ondernemen en te werken aan een menselijker gezicht van de dienstverlening.

De Tweede Kamer heeft die handschoen opgepakt. Vanuit de werkgroep versterking functies Tweede Kamer is onder meer aanbevolen om vaker in gesprek te gaan met alle betrokkenen en de communicatie met departementen en uitvoeringsorganisaties te verbeteren.

En inderdaad, al die aanbevelingen werden hartelijk omarmd. Het ontbreekt niemand aan goede wil. Iedereen is het ermee eens. Maar dat geldt voor meer zaken, zoals het belang van terughoudendheid bij het indienen van moties. Breed geprezen, maar weinig toegepast. Kortom, met goede bedoelingen alleen komen we er niet.

Zeker, het begint met goede voornemens. Ook het regeringsprogramma van het kabinet-Schoof onderschrijft het belang van de uitvoering: “Departementen, medeoverheden en publieke dienstverleners zorgen voor een betere aansluiting tussen beleid en uitvoering. Ook worden signalen van (groepen) burgers opgehaald, want in direct contact met burgers blijkt of de overheid er daadwerkelijk voor hen is.” Dat zijn mooie en herkenbare woorden.

Maar de praktijk is weerbarstig. De druk is vaak groot om uitvoerbaarheidsproblemen toch te relativeren. Politici worden immers geacht daadkrachtig te zijn! Ze moeten probleemoplossend vermogen tonen. Is het vertrouwen in de overheid niet al aangetast door een gevoel van collectieve machteloosheid? Kortom: juist de politieke prestatiedruk maakt dat uitvoeringsproblemen graag kleiner worden gemaakt dan ze zijn.

Van politici wordt daadkracht verwacht, van ambtenaren zeker ook loyaliteit. Ambtenaren moeten toch in staat zijn de politieke wensen uit te voeren, hoe dan ook? Wie die druk voelt, moet wel stevig in zijn schoenen staan om de rode uitvoeringsvlag in top te hijsen en staande te houden: dit kan zo niet. Het vraagt niet alleen alertheid hiervoor van politiek en bestuurders, maar ook ambtelijke moed en professionaliteit om zich niet te laten afschepen met wat warme woorden en een zak geld.

Om het even plechtig te zeggen: de publieke zaak is ermee gediend uitvoeringsrisico’s eerlijk en professioneel in beeld te brengen en daaraan recht te doen. Als dit weggemoffeld wordt, komt de kater later. De politiek heeft dan weer eens gefaald, de burger is gefrustreerd en het vertrouwen in de overheid is verzwakt in plaats van versterkt. Dan zijn we toch alleen maar verder van huis? Daarom is het van groot belang dat de uitvoerbaarheid van wet- en regelgeving volle aandacht krijgt.

Hoe krijgen we dat voor elkaar? Niet door steeds grotere woorden te gebruiken. Als ik me niet vergis, is het aantal scherpe brandbrieven, harde rapporten en onverbloemde oordelen de afgelopen decennia gestaag toegenomen. Maar juist dat brengt het risico van ‘inflatie’: steeds luider roepen om gehoord te worden. Maar als bij elke rookpluim gelijk ‘brand’ wordt geroepen, moet je niet verbaasd zijn als de noodkreet op het beslissende moment niet serieus wordt genomen. Het constante trekken van aandacht met steeds grotere woorden heeft ook andere nadelen. Het geeft de burger het gevoel dat alles één grote puinhoop is, terwijl er vaak voorbij wordt gegaan aan wat er wel goed gaat. Dat ondermijnt ook het werkplezier van de mensen die zich wel inspannen om zaken op de juiste manier te doen. Stoppen dus met die shocktherapie.

Wat helpt dan wel? Ik pleit voor een scheutje hofnar. De kunst afkijken bij die hofnarren die onwelgevallige waarheden naar voren brachten op een manier die gehoor vond. Meer humor, meer lichtheid en speelsheid als manier om ernstige zaken op een luchtige manier aan de orde te stellen. Iets minder narrig, iets meer hoffelijk. Zou hier uiteindelijk niet beter naar geluisterd worden dan naar steeds alarmistischer en zure teksten?

Een beroemde hofnar van de Franse Koningen in de zestiende eeuw was Triboulet. Het verhaal gaat dat hij een grap maakte die koning Frans I te ver ging. De koning wilde hem laten executeren, maar gaf Triboulet de keuze hoe hij wilde sterven. Triboulet antwoordde gevat: “Dan kies ik ervoor om van ouderdom te sterven.” Frans I waardeerde dit antwoord zo dat hij de straf omzette in verbanning. Kortom: meer humor kan ons redden. Laten we leren van de hofnar!

***

Lees meer uit de reeks ‘De nar van het Binnenhof’:

Nieuwsarchief

S&V Dossier: De opmars van mediation

24 februari 2022|

Mediation is in Nederland niet langer de grote onbekende. Steeds vaker en meer hoor je over deze vorm van conflictoplossing. Waar men mediation vroeger beschouwde ...

Iets meer consideratie, graag

1 februari 2022|

Kritiek op de Kamervoorzitter als afleidingsmanoeuvre De Kamervoorzitter verdient iets meer consideratie. Rond de debatten bij het eerste optreden van Rutte IV in de Tweede ...

S&V verwelkomt Diederik Nassenstein

27 januari 2022|

S&V verwelkomt Diederik Nassenstein, die sinds kort direct verantwoordelijk is voor de financiële administratie van S&V. Diederik doet dit naast zijn studie Bedrijfskunde aan de ...

Rutte’s laatste?

11 januari 2022|

Waarom Rutte IV nog niet de zwanenzang van premier Mark Rutte is Jan SchinkelshoekFoto: Nils van Houts Wordt het Rutte’s laatste? Vriend en ...

Kaag I

1 januari 2022|

Terwijl formateur Mark Rutte morgen zijn kandidaat-ministers naar buiten brengt trekken de kruitdampen op en dient zich de hamvraag aan; waar staat de hernieuwde coalitie ...

Schaf de informateur af

17 december 2021|

Allereerst de titel van het regeerakkoord: “Omzien naar elkaar en vooruitkijken naar de toekomst”. Het eerste woord lijkt wel op de achternaam van ene Pieter ...

S&V wenst u fijne feestdagen

16 december 2021|

Beste lezer, Wij hebben u in het afgelopen jaar minder gezien dan ons lief is—en soms zelfs helemaal niet. Maar zoals Erasmus al schreef: “Afstand ...

Herstel van vertrouwen

16 december 2021|

Nationale ombudsman Reinier van Zutphen vroeg deze maand op het Mediationcongres 2021 van de Mediatorsfederatie Nederland aandacht voor vertrouwen en betrouwbaarheid.[i] Een belangrijk en actueel ...