Op 24 en 25 juni vindt in Den Haag de veelbesproken NAVO-top plaats, die niet in de laatste plaats zal gaan over Oekraïne. De Amerikaanse president Trump beschouwt de oorlog als op zichzelf staand ‘conflict’ en probeert met stoom en kokend water een ‘deal’ te forceren. Intussen spreekt Vladimir Poetin steeds over het aanpakken van de ‘grondoorzaken’ van de oorlog. Het gevolg is een Babylonische spraakverwarring; er zijn weinig overeenkomsten tussen de opvattingen van beide heren over vrede in Oekraïne. De oorlog hangt samen met een trauma waar het Kremlin maar niet vanaf komt en laat zich niet zomaar oplossen door Amerikaanse tussenkomst.
Op 4 november 1956 rolden de tanks van de Sovjet-Unie door de straten van Boedapest, vergezeld door zwaarbewapende Russische troepen. In Moskou was besloten dat de Hongaarse Opstand lang genoeg had geduurd. USSR-leider Nikita Chroesjtsjov, die enige tijd twijfelde of hij zijn vingers hier wel aan moest branden, achtte het risico van een neutraal Hongarije, dat zich zou terugtrekken uit het Warschaupact, toch te groot. Alles bij elkaar duurde de opstand een week of twee, maar de gebeurtenissen beïnvloeden anno 2025 nog altijd het denken van Vladimir Poetin. Wat heeft de Hongaarse Opstand te maken met de invasie van Oekraïne?
De Hongaarse Opstand in 1956 was gericht tegen het repressieve communistische regime in Boedapest, dat feitelijk een uitvoerende tak was van de grote bazen in Moskou. De Sovjet-Unie hield, als oprichter en belangrijkste lid van het Warschaupact, de touwtjes in de rest van communistisch Europa strak in handen. Dat pak ‘m beet de Hongaren (in 1956) of Tsjechoslowaken (in 1968) zelf invulling aan de staatsideologie gaven en gematigde communisten als Imre Nagy en Alexander Dubček op het schild hesen, was nadrukkelijk niet de bedoeling.
Iemand die de gebeurtenissen in Boedapest van dichtbij meemaakte was Joeri Andropov, toenmalig ambassadeur van de Sovjet-Unie in Hongarije. De opstand maakte diepe indruk op Andropov, die zich daarna ontwikkelde tot hardliner en het schopte tot baas van de veiligheidsdienst KGB en later zelfs tot secretaris-generaal van de Sovjet-Unie. In het Mitrochin-archief, een verzameling handgeschreven notities van KGB-overloper Vasili Mitrochin, is te lezen dat Andropov met afgrijzen had aangezien hoe officieren van de gehate Hongaarse veiligheidsdienst werden opgehangen aan de lantaarnpalen van Boedapest. Vanaf dat moment liet het beeld hem niet meer los dat een schijnbaar almachtige eenpartijstaat zo snel tot wankelen kon worden gebracht.
Andropov speelde een belangrijke rol bij het overtuigen van USSR-leider Chroesjtsjov om militair in te grijpen. Politiek wetenschapper Mette Skak concludeerde dat de gebeurtenissen Andropov hadden getraumatiseerd en daarmee hadden bijgedragen aan het militair interventionisme dat hij later tentoonspreidde. De veiligheid van het regime werd een obsessie voor Andropov en de gehele KGB. Hij raakte ervan overtuigd dat de Amerikaanse buitenlandse inlichtingendienst CIA overal tentakels had en het voortbestaan van het communistisch blok in Europa existentieel bedreigde. Tijdens de Praagse Lente in 1968 stond Andropov inmiddels aan het hoofd van de KGB en liet hij volgens het Mitrochin-archief aantoonbaar valse inlichtingen fabriceren die erop wezen dat Tsjechoslowakije weleens ten prooi zou kunnen vallen aan NAVO-agressie. Ook deze volksopstand werd hardhandig neergeslagen.

Een pantservoertuig van de Sovjet-Unie brandt uit op straat in Boedapest, november 1956. Foto: Házy Zsolt (licentie: CC BY-SA 3.0)
De term ‘NAVO’ is gevallen, reden om een sprong in de tijd te maken naar Vladimir Poetin. Bijna vijftig jaar later stelde ook hij, na de Russische annexatie van de Krim in 2014, dat hij wel had moeten ingrijpen omdat de NAVO aan de poorten van Sebastopol rammelde, de stad op de Krim waar de Russische Zwarte Zeevloot was gelegerd: “We hebben al verklaringen uit Kiev [sic] gehoord over de spoedige toetreding van Oekraïne tot de NAVO. […] Dat zou betekenen dat de NAVO-marine zich midden in deze stad van Russische militaire glorie zou bevinden, en dit zou […] een volkomen reële bedreiging voor heel Zuid-Rusland creëren.” In 2021, kort voor de grootscheepse invasie in Oekraïne, schreef Poetin nog dat de machthebbers in Kyiv onder directe controle van het Westen en de NAVO stonden.
In tegenstelling tot het door Poetin geschetste dreigingsbeeld is de NAVO, tot frustratie van Oekraïne en ook Georgië, de afgelopen twintig jaar juist weinig doortastend geweest in verdere uitbreiding naar het oosten. In 1999 en 2004 werd een grote groep voormalige communistische landen toegelaten, die met de Sovjetoverheersing toen nog vers in het geheugen maar wat graag lid werden. Daarna bleef het, buiten de Balkan, stil. In 2008 hoopten de regeringen in Georgië en Oekraïne te mogen beginnen met het toetredingstraject, maar hielden Frankrijk en Duitsland de boot af. Toenmalig Frans premier Fillon gaf toe dat hij de Russische beer niet op de tenen wilde trappen. NAVO-lidmaatschap voor Oekraïne en Georgië ging op de waakvlam.
Ironisch genoeg zijn het Poetins eigen escapades geweest die de NAVO later weer relevant hebben gemaakt. Een opiniepeiling uit oktober 2013 in Oekraïne: 20% van de Oekraïners is voor NAVO-toetreding, 65% tegen. Een jaar later: 51% is voor NAVO-toetreding, 25% tegen. Wat gebeurde er in het tussenliggende jaar? Rusland annexeerde de Krim en startte een oorlog in Oost-Oekraïne. Met de opschaling van die oorlog in 2022 joeg Poetin vervolgens Finland en Zweden de NAVO in en maakte hij eigenhandig een einde aan het historische begrip ‘Finlandisering’.
Meerdere wetenschappers beschouwen Andropov als rolmodel voor Poetin. Skak noemt hem “de spirituele mentor” van Poetin. De gelijkenissen tussen de twee zijn geen toeval. Poetin genoot zijn spionnenopleiding aan nota bene het Joeri Andropov Rode Banier Instituut, de Academie voor Buitenlandse Inlichtingen, waar hij getraind werd in zogeheten ‘actieve maatregelen’. Later viel hem een soortgelijke ervaring ten deel als Andropov in Boedapest: Poetin was in 1989 KGB-medewerker in Dresden, Oost-Duitsland, toen de Berlijnse Muur viel, die het einde van de totalitair-communistisch DDR inluidde. Poetin zei over die volksopstand later: “Toen ze het directoraat van het Ministerie van Veiligheid van de DDR binnendrongen, waren we bang dat ze ook achter ons aan zouden komen.” Wat hem het meest schokte was de “verlamming van de macht”: vanuit Moskou bleef het stil. En zo werd de veiligheid van het regime ook voor Poetin een obsessie.
De parallel tussen Poetin en Andropov is meer dan een leuke anekdote voor in de kroeg en vertegenwoordigt een hardnekkige ‘strategische cultuur’ in het Russische buitenlandbeleid van pak ‘m beet de afgelopen honderd jaar. Enkele jaren geleden, nog voor de grootscheepse Russische invasie in Oekraïne, onderzocht ik deze strategische cultuur. Conclusie: de perceptie van het Westen als existentiële bedreiging is zo diepgeworteld in het Kremlin dat die de machthebbers aanzet tot een ‘preventief’ agressief buitenlandbeleid in voormalige vazalstaten. Denk aan de ingrepen in Moldavië in 1992, Georgië in 2008 en Oekraïne in 2014 en 2022.
Met andere woorden: uitbreiding van de NAVO is een belangrijk thema in de door Rusland begonnen oorlogen, maar niet omdat die uitbreiding daadwerkelijk op stapel stond. Hoogleraar politicologie Alexander Motyl vat het treffend samen: “NAVO-uitbreiding doet ertoe, niet omdat de NAVO ertoe doet als indrukwekkende militaire alliantie, maar omdat de herinnering aan de rol van de NAVO in de Koude Oorlog ertoe doet voor Russen die lijden onder een ideologisch en cultureel verdraaide versie van de werkelijkheid.”
Overigens vreesde Andropov één ding nog meer dan het Westen: maatschappelijke onrust door de enorme armoede in de Sovjet-Unie. Op het hoogtepunt van de Koude Oorlog ging 16,5% van de Sovjetbegroting naar defensie. Voor Rusland wordt dat dit jaar naar schatting zo’n 33%. Daarmee moet de oorlog vooral ook opzwepend werken en afleiden van binnenlandse repressie en armoede. Zoals een politiek commentator in Moskou al in 2018 zei: “Het leven in een belegerde vesting is gevuld met enthousiasme wanneer de vijand erop schiet. Maar een vesting die door iedereen vergeten is, is maar een treurig schouwspel.” Vladimir Poetin heeft er alle baat bij dat de Russische vesting beschoten blijft worden. De Oekraïners begrijpen dat allang, Trump zal er vanzelf achter komen.
Nieuwsarchief
Paul Rosenmöller: Wie was ooit de nar van het Binnenhof?
Wordt er een taboe doorbroken als je een ode brengt aan een voormalig collega als deze ook nog eens aan de andere kant van ...
Patrick Cammaert: Je blijft altijd verantwoordelijk
Bovenal in het militaire beroep zijn goed leiderschap en teamwork cruciaal. Leven en dood kunnen daarvan afhangen. Als een team verliest in de sport, ...
De NAVO als existentiële bedreiging
Op 24 en 25 juni vindt in Den Haag de veelbesproken NAVO-top plaats, die niet in de laatste plaats zal gaan over Oekraïne. De ...
S&V Raadgever Peter Mous: tien ICT-inzichten voor bestuurders
Achterin de middag gaat de telefoon: een bestuurder belt me die worstelt met ICT. Dat op zichtzelf hoeft geen verbazing te wekken. Al sinds ...
Kees van der Staaij: Een scheutje hofnar graag
De hofnar kon in oude tijden dingen doen die anderen niet zomaar konden: op een speelse manier kritiek leveren op de machthebber. Gert Jan ...
Taakstraf binnen muren van gevangenis als geloofwaardig alternatief
Bied de taakstraf voor iets minder lichte misdrijven aan binnen de muren van de gevangenis. De noodzakelijke geloofwaardigheid van deze straf kan zo voor ...
Justitie, en een kleine geschiedenis van het tekort
Komende week stemt de Tweede Kamer opnieuw over een motie die zich verzet tegen vervroegde vrijlating van gedetineerden wegens capaciteitsproblemen binnen de Dienst Justitiële Inrichtingen ...
Leermeester in onderzoek: het belang van vertrouwen en maatschappelijke relevantie
Van vliegtuigrampen tot treinongevallen, van industriële calamiteiten tot crises in de zorg – onderzoek naar dit soort voorvallen is belangrijk, maar geen exacte wetenschap. ...
De innerlijke nar in het collectief losmaken
Waar is de nar voor het Binnenhof? stelde Gert Jan Verhoog zich afgelopen nazomer de vraag. Eén nar, die dapper en dwarsdenkend de strijd aanbindt ...