Ongehoord Nederland, afgekort ‘ON!’, heeft heel wat te stellen met de Journalistieke Code van de NPO. De boetes wegens overtreding dwarrelen binnen. Dat is een goed moment om even stil te staan bij de betekenis van die code, want de eerste vraag mag toch zijn: waar bemoeit de NPO zich mee?
De code is opgesteld door de NPO en bevat een serie eersteklas aanbevelingen over journalistieke onafhankelijkheid, zorgvuldigheid (‘fouten worden zoveel mogelijk vermeden’, het staat er echt) en pluriformiteit. Geen redelijk mens kan daar bezwaar tegen maken. Lastig wordt het pas wanneer je sancties wil gaan opleggen aan een omroep als ON! die meer met propaganda in de weer is dan met gebalanceerde voorlichting. De NPO heeft op 23 april jl. bot gevangen bij het Commissariaat voor de Media, aan wie was gevraagd ON! een ‘last onder dwangsom’ op te leggen, een instructie om zich aan de Journalistieke Code te houden en anders forse boetes te verbeuren. Het Commissariaat heeft dat geweigerd, om een hoop goede redenen die allemaal fraai voorzichtig zijn geformuleerd. Een belangrijke overweging was dat zo’n bevel zeer waarschijnlijk in strijd is met de vrijheid van meningsuiting.
Germ Kemper
© Nils van Houts 2019
Achteraf, aan de hand van wat gezegd is (of ongezegd is gebleven, want de NPO maakt zich er ook zorgen over dat complotdenkers bij ON! geen tegenspraak krijgen), zou je misschien kunnen vaststellen dat de code met voeten is getreden, maar vooraf met een boete dreigen zonder dat je weet wat er gebeuren gaat is een beperking van het publieke debat die eigenlijk gewoon preventieve censuur is. ’Chilling effect’ heet dat in het Europese recht. Het Commissariaat blijft er daarom vanaf en legt er meteen even de vinger op dat de NPO ook zelf maatregelen zou kunnen treffen als het allemaal zo erg is en dus het inschakelen van het Commissariaat nergens voor nodig is.
Dat maakt weer nieuwsgierig naar de vraag welk wettelijk voorschrift de NPO, die immers ook zelf boetes heeft opgelegd waarover nu lustig wordt geprocedeerd, in stelling brengt om haar optreden te legitimeren. Welnu, in de Mediawet hebben de omroepen tot taak gekregen om samen te werken. En nu komt het: de NPO vindt “de structurele naleving van de Code […] een noodzakelijk onderdeel van de wettelijk voorgeschreven bereidheid van de omroepen tot samenwerking”, aldus het eerste besluit waarin aan ON! een boete werd opgelegd. Slim gevonden omweg, zeker, maar een overtuigend argument waarom de NPO mag afdwingen hoe ON! haar programma’s moet inrichten, zonder op de boterglijbaan van de censuur terecht te komen, is het niet.
Guikje Roethof, voormalig ombudsman van wat toen de NOS heette, schreef voor de NRC van 28 april jl. een vlammend betoog met de strekking dat ON! volkomen terecht het leven zuur werd gemaakt en uit het publieke bestel diende te worden verwijderd. De discussie over de vraag of ON! inderdaad rommel uitzendt durf ik niet aan, maar wat ik hoor en lees biedt weinig fiducie in het vakmanschap waarmee de omroep haar boodschappen de wereld in slingert. Maar daar gaat het niet om. De vraag is waar de NPO de bevoegdheid aan ontlenen moet om op te treden.
Ik krijg de indruk dat Roethof inziet dat de huidige Mediawet daar te weinig houvast voor biedt en zij roept dan ook de staatssecretaris voor Cultuur en Media op om een wetswijziging voor te bereiden. Haar oproep wordt van een redengeving voorzien, en die is dat wij als belastingbetalers hoge eisen mogen stellen aan de opiniërende beschouwingen die op onze kosten in elkaar worden gezet en uitgezonden. Ik betwijfel sterk of alle belastingbetalers, en dus ook de leden van ON! en de stemmers op Forum voor Democratie en vergelijkbare windrichtingen, er net zo over denken als Roethof, en daarmee is gegeven dat deze invalshoek onpraktisch is. Gewichtiger is dat in het algemeen gesproken het griezelig is wanneer de zeggenschap over artikelen in handen komt van de financier. De journalistieke codes danken hun bestaansrecht vooral aan de onafhankelijkheid die zij aan journalisten bieden tegenover hun werkgever. Het is wrang dat nu bepleit wordt dat zo’n code juist de financier, in dit geval uitgerekend de staat, de gelegenheid moet geven in te grijpen.
Germ Kemper, mei 2023
Nieuwsarchief
Paul Rosenmöller: Wie was ooit de nar van het Binnenhof?
Wordt er een taboe doorbroken als je een ode brengt aan een voormalig collega als deze ook nog eens aan de andere kant van ...
Patrick Cammaert: Je blijft altijd verantwoordelijk
Bovenal in het militaire beroep zijn goed leiderschap en teamwork cruciaal. Leven en dood kunnen daarvan afhangen. Als een team verliest in de sport, ...
De NAVO als existentiële bedreiging
Op 24 en 25 juni vindt in Den Haag de veelbesproken NAVO-top plaats, die niet in de laatste plaats zal gaan over Oekraïne. De ...
S&V Raadgever Peter Mous: tien ICT-inzichten voor bestuurders
Achterin de middag gaat de telefoon: een bestuurder belt me die worstelt met ICT. Dat op zichtzelf hoeft geen verbazing te wekken. Al sinds ...
Kees van der Staaij: Een scheutje hofnar graag
De hofnar kon in oude tijden dingen doen die anderen niet zomaar konden: op een speelse manier kritiek leveren op de machthebber. Gert Jan ...
Taakstraf binnen muren van gevangenis als geloofwaardig alternatief
Bied de taakstraf voor iets minder lichte misdrijven aan binnen de muren van de gevangenis. De noodzakelijke geloofwaardigheid van deze straf kan zo voor ...
Justitie, en een kleine geschiedenis van het tekort
Komende week stemt de Tweede Kamer opnieuw over een motie die zich verzet tegen vervroegde vrijlating van gedetineerden wegens capaciteitsproblemen binnen de Dienst Justitiële Inrichtingen ...
Leermeester in onderzoek: het belang van vertrouwen en maatschappelijke relevantie
Van vliegtuigrampen tot treinongevallen, van industriële calamiteiten tot crises in de zorg – onderzoek naar dit soort voorvallen is belangrijk, maar geen exacte wetenschap. ...
De innerlijke nar in het collectief losmaken
Waar is de nar voor het Binnenhof? stelde Gert Jan Verhoog zich afgelopen nazomer de vraag. Eén nar, die dapper en dwarsdenkend de strijd aanbindt ...